Beleid en ontwikkelingen onderhoud kapitaalgoederen openbaar gebied - 3
Wegbeheer
In 2021 verlaagden we de jaarlijkse storting in de voorziening Verhardingen. Dat verlaagde niveau zetten we in 2024 voort tot de vaststelling van het in 2024 te maken Verhardingenplan. Daarin spreken we onder andere af hoe we het beheer uitvoeren en wat de daarbij behorende jaarlijkse storting dient te zijn. De veiligheid van het openbaar gebied dient altijd te worden gegarandeerd.
Vanaf 2021 gebruiken we als maatstaf voor grootschalig onderhoud voor verhardingen de volgende kwaliteitsniveaus.
gewenst kwaliteitsniveau | |
---|---|
| B |
| B |
| B |
| B |
| B |
| B |
| C |
| B |
Jaarlijks beoordelen we of we voldoen aan de kwaliteitsniveaus die de raad vaststelde. Iedere twee jaar berekenen we de middelen voor het onderhoud op lange termijn. Dat doen we op basis van de staat van de verhardingen, de marktontwikkelingen en de groei van de gemeente. Met die berekening bepalen we ook de jaarlijkse storting in de voorziening Verhardingen. In 2022 onderzochten we welke bedragen nodig zijn. In 2024 doen we dit volgens de vaste cyclus weer.
Groenbeheer
De Groenbeleidsnota 2013-2018 richt zich voornamelijk op de belangrijke groenstructuren, de kwaliteit en de kwantiteit van het aanwezige openbaar groen. Het (dagelijkse) beheer en onderhoud was voorheen vastgelegd in de nota Beheren op Niveau (BON).
Door veranderde inzichten is deze nota verouderd en wordt er momenteel in het dagelijks beheer niet meer gewerkt volgens de uitgangspunten van deze nota. Het is daarom van belang om deze te actualiseren. We stellen daarom een nieuw Groenplan op als opvolger van het Groenbeleidsplan en het groenbeheerplan onder BON.
Het Groenplan leggen we in 2024 aan de raad voor. Tot die tijd zetten we het huidige groenbeleid en groenbeheer in grote lijnen voort. Er is wel meer aandacht voor de belangrijke groenstructuren, ruimte voor groen, biodiversiteit en de relatie met klimaat(adaptatie). Deze onderwerpen krijgen in het Groenplan ook meer ruimte.
Voor het cyclisch onderhoud van groen gebruiken we dezelfde kwaliteitsniveaus als bij wegbeheer. We wijken bij het Centrum, het Stationsplein, de Nobelaer en nabij monumentjes, gedenkparken en de begraafplaats hiervan af. Daar hanteren we kwaliteitsniveau A. Er wordt naast beeldkwaliteit ook gekeken naar de mogelijkheden voor een meer natuurlijk beheer. Hiermee wordt dan niet altijd voldaan aan een net en strak beeld. Een voorbeeld hiervan zijn de maaiwerkzaamheden. Bij grotere aaneengesloten grasvelden, zoals doorgaande bermen binnen de bebouwde kom, wordt minder intensief gemaaid. Dit heeft een positief effect op de natuurwaarden en de biodiversiteit.
We onderhouden het openbaar groen efficiënt en sober. We besteden aandacht aan het vergroten van de biodiversiteit en het voorkomen van achterstallig onderhoud. Veiligheid blijft voorop staan. Daarom controleren we plekken waar mogelijk (verkeers)onveilige situaties kunnen ontstaan door het aanwezige openbaar groen. Ook laten we bomen controleren op gezondheid, conditie en gebreken om gevaarlijke situaties te voorkomen.
De financiering van het grootschalig groenonderhoud verloopt niet meer via de voorziening Beheren op Niveau, maar via budgetten in de exploitatiebegroting. We betalen ook het reguliere onderhoud vanuit de exploitatiebegroting. In 2021 is het budget voor het regulier groenonderhoud sterk verlaagd. Dit was merkbaar in het kwaliteitsbeeld van de openbare ruimte. Door grote en kleinere areaaluitbreidingen, zoals onder andere De Streek, Van Bergenpark, Kloostervelden, diverse herontwikkelingen en uitbreidingsplannen verhoogden we vanaf 2022 het onderhoudsbudget. Het grootschalig groenonderhoud koppelen we aan de planning voor de werkzaamheden aan verhardingen en/of riool.